Amai Andries,
oprechte bewondering vult mijn aanspreking. Dat heeft alles te maken met jouw laatste bericht op LinkedIn. Ik citeer even: Tijd voor verandering! Na vijf mooie jaren bij het sterkste team van De Tijd -dataviz/interactive/video/podcast en andere digitale fun stuff- begin ik weer als freelancer. Goesting om te praten over digital storytelling? DM, +32478974163 of andries.fluit@gmail.com. Ja, ik heb veel goesting om daarover te praten. Maar liever nog schrijf ik er een brief over.
Ik ben meer van het ambachtelijke type en schrijf mijn tijd heel graag weg met pen, papier en inkt. Al ben ik uiteraard niet blind voor de razendsnelle digitale evoluties. Als voormalig journalist ben en blijf ik nieuwsgierig en daarom wil ik heel graag weten wat dat precies inhoudt, die digitale storytelling. Ook al omdat ik heel goed weet: ik kan nog wat van je leren.
Toch denk ik -op papier of digitaal- dat een goed verhaal, een goed verhaal blijft. Als het niet interessant is, wordt het niet gelezen. Zoals bij een mop: als ze niet goed is en niet goed wordt verteld, volgt er geen lach. Klaar. Maar toch vraag ik me af of een digitale storyteller nog over andere kennis en vaardigheden moet beschikken om succesvol te zijn. Ik veronderstel dat de drie basisbegrippen die Aristoteles ooit bedacht: ethos (waarden), pathos (emoties) en logos (structuur), ook in de online vertelwereld van toepassing zijn. Want ik kan mij moeilijk voorstellen dat een verhaal een publiek bereikt als het slordig in elkaar zit, er geen waarden in vervat zitten en het bij de lezers geen gevoelens opwekt. Aristoteles voerde ook graag een held op. Krijgt die ook in de digitale wereld makkelijk een rol aangeboden?
Ik las ook ergens: KISS. Uiteraard een Engels letterwoord voor Keep it Short and Simple. Kort en simpel? Ben ik dan met deze lange brief aan het verkeerde adres? Ik ben benieuwd of mijn brieven eigenlijk wel kans maken om gelezen te worden. Of vind ik nu net een eigen publiek door tegen de stroom op te schrijven en gedachten uit te spinnen? Vertel het me!
Hoe dan ook bewonder ik jouw moed. Zo’n keuze om als freelancer aan de slag te gaan is verre van evident. En neen, daarmee wil ik je geen schrik aanjagen. Jij gaat dat goed doen. Al ken jij zeker ook het lot van creatieve geesten: ze worden heen en weer worden geslingerd tussen overmoed en twijfel. Deze brief is daar een voorbeeld van. Tijdens het creatieve schrijfproces is er overvloedig veel overmoed die naadloos en onvermijdelijk overgaat in schroom. Ook al leg ik er heel mijn hart en kennis in, ik weet dat ik op het moment dat ik hem verstuur toch weer begin te twijfelen. Gaat Andries mijn gedachten en mijn toon wel pruimen? Zal er buiten ons twee nog iemand mijn schrijfsel het lezen waard vinden? Al kan ik die twijfel na enige tijd toch weer overwinnen. Simpelweg omdat het zalig is om te surfen op de golven van de overmoed. Telkens weer tot het uiterste gaan, het beste van mijn creatieve zelf geven: het is en blijft heerlijk. Ik hoop je op die golven te mogen verwelkomen. Denk er wel aan dat je niet uitdroogt, voldoende licht pakt en muffe lucht vermijdt.
Vind je dit een goed bruggetje? Of toch wat geforceerd? Ik wil namelijk aan de overkant van mijn gedachtegang de musa cavendishii bereiken. Neen, het heeft niets met de razendsnelle spurter en inwoner van het Britse eiland Man, Mark Canvendish, te maken. Jij als kenner van de taxonomie van planten weet dat het hier om de banenboom gaat. In jouw appartement in Schaarbeek, met net geen uitzicht op de VRT-toren, heb ik voor het eerst kennisgemaakt met zo’n verzameling krulbladeren op een hoge stam. Helaas was jouw exemplaar in een lamentabele staat. Vermoedelijk omwille van droogte, gebrek aan licht en frisse lucht. Of om alle drie die redenen tegelijk. Ik herinner me dat mijn vrouw Véronique zich eens flink over hem heeft ontfermd. Ze sneed kordaat de droge bladeren weg en kieperde er met overtuiging een halve emmer water tegenaan. Later hoorden we van jou dat de plant haar shocktherapie (of was het genadeslag?) niet heeft overleefd. Toch flakkerde vele jaren later de musa-liefde bij mijn vrouw weer op. Gevolg: er staat nu al enkele maanden een exemplaar in onze woonkamer die zoveel liefde en aandacht krijgt dat er naast de forse stam jonge scheuten opduiken. Wil ik er eentje stekken? Misschien brengt het wel geluk in de digitale storywereld? In mijn fantasie groeien er verhalen aan in plaats van bananen. Met plezier maak ik er eentje wees voor jou.
Ik kijk alvast uit naar jouw brief. Het wordt beslist een sterk viraal verhaal.
Botanische groeten,
Johan
‘De duivel komt onverbiddelijk de rekening vereffenen. Ook digitaal.’
Dag Johan,
De musa cavendishii. Er zijn slechtere dingen om een band mee te delen. Schijnbaar onverwoestbaar, maar ik heb er toch al twee de vernieling in gegoten, ondanks het liefdevolle werk van je vrouw Véronique. Ik heb er wel uit geleerd, want met dank aan die enorme dwergbananenplant heb ik wat groen aan mijn vingers overgehouden. Als de ficus, in Vorst dit keer, 5 jaar haalt, waag ik me weer aan een kleine musa.
De vrucht van die kleine musa, de Cavendish-banaan, is trouwens heel fascinerend. Vandaag de meest verhandelde vrucht in het Westen, na een tropische ziekte die de concurrentie in de jaren 50 heeft uitgeroeid. De laatste jaren schijnt een mutatie van diezelfde ziekte de voorheen resistente Cavendish toch te kunnen besmetten. In combinatie met enorme plantages vol Cavendish-bananen met amper genetische variatie om zich te beschermen tegen indringers, zijn ze een vogel voor de kat. En kan het goed zijn dat er over een paar jaar een compleet ander soort bananen in je fruitmand ligt.
Dit lijkt me een verhaal met een paar klassieke ingrediënten om te blijven plakken. De komst van een jonge held -Cavendish- die zijn nemesis Gros Michel -ook gekend als Big Mike- na een jarenlange strijd met de hulp van een duivelspact -de Panama-ziekte- weet te verslaan. De duivel komt na al die jaren de rekening onverbiddelijk vereffenen in een andere gedaante, de held staat op wankelen. Het is een klassiek verhaal dat je kan opschrijven, verfilmen, vertellen. Komt ie: digitaal kan je dat verhaal meer kracht bij zetten, zelfs rijker maken, door je lezer/luisteraar/kijker veel meer te geven dan het lineaire verloop van het verhaal. Je kan er een spel rond bouwen: steek de lezer in de huid van eigenaar van megaplantages en laat hem/haar de Cavendish-banaan van de ondergang redden door op de juiste manier te diversifiëren. Of duw de lezer in rol van als onderzoeker die de juiste genetische variatie in de wereldhandel moet proberen smokkelen. Nog een optie: je kan langs dat lineaire pad van het verhaal een hoop extra’s leggen -interactieve kaarten en grafieken, video- of geluidsfragmenten- die op verzoek van een click bekeken kunnen worden.
Voor alle duidelijkheid: voor mij vertrekt alles altijd vanuit het verhaal, met klassieke ingrediënten en spanningsbogen, of het nu digitaal dan wel analoog gebracht wordt. Wat je digitaal meer kan, is interactie brengen. Geen nodeloze gimmicks of blinkende cosmetica die het verhaal niet dienen, wel toevoegingen, structuren en vormen die de inhoud versterken. En dus ervoor zorgen dat het verhaal bij meer mensen beter blijft hangen.
Digitale verhalen zijn volgens mij niet het antwoord op alles. Sommige verhalen werken nu eenmaal beter als ze uitgeschreven, verfilmd of verteld zijn. Andere werken beter als ze gebruik maken van digitale technieken. En het is altijd aan ons om te kiezen wat ons het best lijkt.
Cheers,
Andries
2 Comments
Beste Van Rooy (om de echo te vermijden),
Ik ben een fan van kortverhalen. Ik geef toe: het korte karakter ervan helpt om literaire luilakken als ikzelf toch wat te doen lezen.
En toch, het verbaast me dat, bij elke door mijn vrouw vooraf perfect uitgeplozen vakantie, ik toch altijd een boek verslind. Zelfs met veel plezier en voldoening. 200, 300 bladzijden: ze gaan er allemaal vlotjes door… Vroeger vooral non-fictie, maar de laatste jaren – onder invloed van diezelfde vrouw van mij – meestal non-fictie. Nederlands, Engels, zelfs Spaans!
En toch, het blijft bij die vakanties om wille van 2 redenen: je vindt altijd wel iets op YouTube of de rest van het “Tinternet” en uiteraard die verdomde televisie. Uitgesteld of net niet. Netflix, Amazon Prime…
Enfin, het wordt wachten op de volgende black-out thuis en dan zal ik de laatste 13 pagina’s van mijn laatste (non-fictie) boek wel afhaspelen…
Groetjes en keep on writing!
Johan (JOHAN, JOHAn, JOHan, JOhan, Johan, johan,…)
Dankjewel, Verelst (om dezelfde echo-reden).
Zou je een brief van mijn hand persoonlijk aan jou gericht wel meteen lezen? Zie het als een kortverhaal waarin jij de hoofdrol speelt.:)
Bedoeling is wel dat je mij van antwoord dient. Maar ik ben er redelijk gerust in dat dat wel zal lukken :):)
Ik kijk er naar uit!
Van Rooy