geert wellens

Brief aan Geert Wellens: ‘Hoe kijken cijferaars naar religieus vastgoed?’

9 februari 2022

Gerenommeerde Geert,

ik besef meteen dat dit een wat bombastische aanspreking is. Maar toch. Jij hebt in de ogen van velen een aanzienlijke renommee opgebouwd, om het nu even in schoon Vlaams op te schrijven. Jouw nieuwe boek Levensbelangrijk draagt daar beslist toe bij. Je gaat in gesprek met tien opinieleiders over de toekomst van onze gezondheidszorg. Een blauwdruk, staat in de ondertitel. Of het exact allemaal zo gaat verlopen, is volgens mij evenwel niet de kern van de zaak. Ik onthoud vooral dat al je gesprekspartners een kwalitatieve zorg omarmen. Dat ze niet in vraag stellen datgene wat econoom en opiniemaker Peter De Keyzer in het voorwoord schrijft: ‘Onze gezondheidszorg is dan ook een fundamentele pijler van ons welvaartsmodel, van ons maatschappijmodel.’ Voor velen is dat misschien allemaal iets (te) evident. Het is daarom goed dat dit klaar en duidelijk op papier staat.

Ik ben het met je eens dat het levensbelangrijk is om onze gezondheidszorg te koesteren. In jouw boek staan verfrissende ideeën om dit unieke systeem in 2030 efficiënter, rechtvaardiger en betaalbaarder te organiseren. Persoonlijk heb ik het meest genoten van je gesprek met Thierry Geerts, directeur van Google in België en Luxemburg. Ik heb hem eerder ook geïnterviewd naar aanleiding van zijn boek Digitalis of hoe we onze wereld kunnen heruitvinden. Ik ben zelf geen digital native, zoals je wel weet, en precies daarom sta ik vol bewondering te kijken naar die supersonische evoluties. Ik ga steeds gretiger op zoek naar nieuwe kennis over de onlinewereld. Maar hoe meer ik me onderdompel in de wereld van bits en bytes, Geert, hoe weemoediger ik word.

Om die melancholie te voeden, koester ik het ambacht van het schrijven. Ik vertoef heel graag aan het andere eind van het digitale spectrum. Heerlijk toch om je gedachten te structureren, te spelen met taal, te schrappen, te herschrijven,… Om zo een vlot leesbare tekst te kunnen delen. Ik hou zielsveel van het gekras van een vulpen op papier. Ik beleef echt fysiek genot aan letters vormen met natte inkt. Kan jij je iets voorstellen bij die sensatie? Ik vraag het je omdat ik weet dat ook jij een man van het woord bent. Je bent afgestudeerd als vertaler-tolk en je hebt net als ik, Latijn én Grieks gevolgd aan het Sint-Gummaruscollege in Lier. In je professionele leven ben je in mijn ogen gestaag opgeschoven richting cijfers. Zeker bij Econopolis. Ik ken bijzonder weinig van vermogensbeheer, maar dat lijkt me toch bij uitstek een wereld waar de liefde voor letters ver zoek is.   

Jouw boek doet dromen, want volgens mij is jouw liefde voor letters niet gedoofd. Daarom de kernvraag van deze brief: is jouw recentste carrièrestap naar Triginta een huwelijk tussen cijfers en letters? Ter verduidelijking voor wie niet meteen mee is: op www.Triginta.be kan je lezen dat de onderneming zich bezighoudt met vastgoed verbonden aan maatschappelijke noden en herbestemmen van religieus vastgoed. Zelf schijf ik over de mensen die in historische gebouwen geleefd, gewerkt en geademd hebben. Dat lijkt me de warme kant van het verhaal. De wereld van kopen en verkopen van dat vastgoed, lijkt mij eerder de koude kant. Is het de ambitie van Triginta om die twee werelden met elkaar te verzoenen?

Want hoe kijken cijferaars eigenlijk naar stenen?

We zijn het er beslist over eens dat heel wat van die gebouwen fraaie landschappen sieren, zoals de abdijen van Tongerlo of die van Averbode. En laten we vooral ook die van Orval en Westfleteren niet vergeten. Heel veel kloostergebouwen liggen dan weer in de historische kernen van onze steden. Het zijn -als we even in vastgoedtermen praten- niet de goedkoopste plekjes. Een nieuwe bestemming geven aan zo’n gebouwen lijkt me prachtig. Wie wil er niet comfortabel wonen in een luxueus pand dat geschiedenis uitademt? Maar in hoeverre kan de brede bevolking van die gebouwen genieten? In Mechelen wordt Kunstuur, het concept van Hans Bourlon en zijn broer Joost, in de Heilige Geestkapel en het Heilige Geesthuis georganiseerd. In Brugge kan je in de oude Jezuïetenkerk aanschuiven aan een diner. Ik ben oprecht benieuwd hoe vindingrijk Triginta zal zijn om het evenwicht te vinden tussen erfgoed dat opbrengt en erfgoed waar we met zijn allen van kunnen genieten. Hoe jullie, kortom, cijfers en letters gaan blenden tot een erfgoedmix met een maatschappelijke meerwaarde.

Tot slot, Geert, nog een persoonlijke vraag. Ik weet, mijn fantasie slaat (te) vaak op hol. Maar toch. Veel van dat religieus patrimonium zit bij eigenaars die traditioneel tot de christelijke zuil behoren. Moet je dan ook een politiek profiel aannemen? Of moet jij juist heel neutraal blijven? Sta jij, met andere woorden, in die wereld ver van jezelf? Moet jij niet vreselijk veel laveren tussen lange tenen en persoonlijke profijten? Voortdurend op je qui vive moeten zijn, lijkt me dodelijk vermoeiend. Is het voor jou ooit een optie geweest om in een zonnig oord met een wulpse cocktail onder een palmboom te gaan liggen? Of als kluizenaar een roman te schrijven over -pakweg- het dorpsleven in Berlaar. Ook dat kan jouw renommee, volgens mij, alleen nog maar versterken.

Ik kijk met veel letterkundige interesse uit naar jouw antwoord.

Warme groeten,

Johan

‘Ook in de schijnbaar koele sectoren van het geld, vastgoed en zaken doen, bestaan er zeer warme initiatieven’

Broeder Johan,

Ik heb er lang over gedaan een passende aanspreking te vinden voor jouw heerlijk allitererend (maar me al te hoog inschattend) epitheton in de aanhef van jouw brief. Mijn wat roestige schrijfvaardigheid stond me niet toe een J-alliteratie te vinden -ik ben vandaag node meer de man van het gesproken woord- en dus heb ik het bij ‘broeder’ gehouden.

Lucky shot: die aanspreking blijkt bij nader inzien om meerdere redenen misschien wel een passende keuze. De meest voor de hand liggende verklaring komt uiteraard uit je ongeëvenaarde talent om dode stenen van erfgoedpanden en religieuze sites met woorden tot leven te wekken. ‘Broeder’ staat echter ook voor de talrijke interesses die we delen, en het vergelijkbaar parcours dat we gelopen hebben. Beiden adepten van woord en taal, beiden opgeleid met de klassieken uit de oudheid, beiden een hart voor Lier en voor de zorg (beide zaken gecombineerd in ons gewaardeerd lidmaatschap van de Fellowship van het plaatselijke ziekenhuis).

Dank voor de prikkelende stelling dat ik de warmte van het woord zou geruild hebben voor koude zilverlingen. Het gaf me de kans opnieuw even over mijn levenskeuzes te reflecteren. Te overdenken waarom alles is gelopen zoals het gelopen is. Me af te vragen of ik inderdaad idealen heb geofferd op het altaar van de commerce.

Dat verklaart al dadelijk de vertraging waarmee deze brief je heeft bereikt (nee, het was ditmaal niet onze vermaledijde B-Post). Conclusie is dat ik al vroeg voor mezelf had uitgemaakt zaken in beweging te willen zetten. Dingen te veranderen. Stenen te verleggen in rivieren op aarde. Niet met de ambitie een historisch figuur te worden, maar in alle bescheidenheid, binnen mijn eigen kunnen, met de schaarse talenten die me meegegeven zijn.

Welke zijn dat dan? Afstand kunnen nemen, het grotere geheel zien, een toekomstvisie ontwikkelen, en daar een onderbouwd verhaal rond kunnen brengen. Wat met een modewoord vandaag ‘the narrative’ genoemd wordt. Waar gaan we naar toe en wat moet er gebeuren om onze maatschappij welvarend, gezond, gelukkig en inclusief te houden of te maken.

Daarvoor -zo besefte ik jaren geleden al- zijn cijfers en de wereld van het geld onontbeerlijk. Follow the money: geld heeft heel wat schaduwkanten en kan veel leed veroorzaken, maar het is tevens hét middel om dingen in beweging te zetten, projecten te realiseren, vooruitgang te boeken en welvaart te creëren.

Al die inzichten vloeiden samen in Triginta, het atypische vastgoedinitiatief dat ik enkele jaren geleden lanceerde. Geheel trouw aan de inzichten van onze vriend-dichter Robert Frost en zijn stelling uit zijn gedicht ‘The Road not taken’. Het anders doen, de platgetreden paden verlaten, dingen vanuit een andere ooghoek bekijken: makkelijk voor mij als verdwaalde linguist in de wereld van geld en zaken doen, moeilijker -vermoed ik- voor wie er midden in is opgegroeid en opgeleid.

Een lange aanloop, ik weet het, om op je kernvraag te komen, beste Johan. Triginta focust zich op de respectvolle herontwikkeling van religieus vastgoed en erfgoedpanden, en op de bouw van de zorginfrastructuur van de toekomst. Deelsectoren van de vastgoedmarkt waar grote ontwikkelaars minder interesse voor hebben, maar die van levensbelang zijn voor mens en maatschappij. Een nieuwe invulling geven aan ons historisch (dikwijls religieus) patrimonium, dat vaak de kern vormde van steden en gemeenten, levert geen speculatieve winsten op korte termijn op, maar zijn langjarige verhalen. Geschikt voor ‘geduldig geld’ (of met de mooie Engels term ‘patient capital’) van vermogende families die hun geld voor de volgende generatie aan het werk willen zetten in projecten met een maatschappelijke meerwaarde en een aanvaardbaar rendement op lange termijn. Iets doen voor mens en maatschappij, en tegelijk de koopkracht van het vermogen overeind houden.

En dat Triginta religieus vastgoed en historisch erfgoed vaak herontwikkelt tot zorgcampussen, die beantwoorden aan de huidige en toekomstige noden, maakt het verhaal helemaal compleet. Onze overheid (mijn excuses voor mijn directheid) blijft vandaag schandelijk in gebreke op vlak van een aantal kerntaken. Opvang voorzien voor zorgbehoevenden, de infrastructuur van de zorg aanpassen aan de noden van morgen, er voor zorgen dat onze gezondheidszorg even kwalitatief, toegankelijk én betaalbaar blijft voor de volgende generaties.

Ik zou van deze brief over bovenstaand onderwerp een boek kunnen maken, maar zoals je weet hoeft dat niet, aangezien ik mijn inzichten hierover al heb neergeschreven in ‘Levens Belangrijk’, waarin ik samen met een tiental opinieleiders nadenk over healthcare. Over preventie en gezondheidscampussen. Over de infrastructuur van de zorg van morgen.

Daar staat Triginta voor. En nog voor meer. We helpen immers ook lokale overheden om hun broodnodige infrastructuur te realiseren. Met de ambitie scholen te bouwen, aan stadsvernieuwing te doen, etc… Het geld van de overheid is op, privékapitaal zoekt door de vreselijke rentepolitiek van de centrale banken (de maatschappijontwrichtende en ongelijkheidvergrotende gevolgen hiervan zouden het voorwerp kunnen zijn van een zeer lange, toekomstige brief) naar bestemmingen en investeringen die maatschappelijke meerwaarde en rendement op lange termijn combineren.

Wees dus gerust, Johan: ook in de schijnbaar koele sectoren van het geld, vastgoed en zaken doen, bestaan er zeer warme initiatieven, met steun van goedmenende mensen met het hart op de juiste plaats, én met de professionele talenten en ervaring (en geld!) om dingen in beweging te zetten, projecten te realiseren, en onze maatschappij én vermogens samen te doen groeien.

Mijn bescheiden rol is steeds geweest om talentrijke mensen samen te brengen en de middelen te voorzien om deze doelstelling te bereiken. Een toekomstvisie te ontwikkelen en het juiste verhaal te vertellen. Het woord gebruiken om daden te veroorzaken. Het schijnbaar onvermijdelijke niet lijdzaam te ondergaan, maar een andere visie én oplossingen aan te reiken.

“Two roads diverged in a wood, and I

I took the one less traveled by

And that has made all the difference…”

Gedreven groet (dan toch nog een alliteratie!),

Geert

Contact wordt sterk aangemoedigd

Uiteraard zijn reacties zeer welkom. Meer nog, ze dienen als basis voor een nieuw (kort) verhaal. Noteer wat je goed, slecht of subliem vindt en wacht dan maar af. Het kan altijd even duren, maar het komt er zeker van!

Schrijf een reactie