Merci Maud,
een bedanking in de aanhef om meteen te tonen hoe blij ik ben dat ik je een brief mag schrijven. We zijn nu met elkaar verbonden. Door het schrijven. Brieven uitwisselen geeft ons immers de kans elkaar beter te leren kennen. Ik vind dat een fijne, geruststellende gedachte. Ik ben zo vrij, en hopelijk neem je me dit niet kwalijk, even enkele verzen van jou er bij te nemen.
ik ben achttien en
een vriendin van mij overlijdt plots
door een ongeluk met een vrachtwagen
ik leer de dood kennen als een niet te negeren eis
om te kiezen voor wat het meest resoneert
van binnen
hij dwingt me mijn schaduw en mijn diepte te verkennen
en dat doe ik door te schrijven
want hoe word ik anders
heel
Misschien doe ik nu iets heel erg fout: focussen op een stuk van een groter geheel. Maar het zijn nu precies die letters die me intrigeren. De letters waarin de dood resoneert en de schrijver ontwaakt. Dat inzoomen op een deel van het geheel, overkomt me ook als ik kijk naar een van de vele zelfportretten van Vincent Van Gogh. Dan kijk ik recht in Vincents gepenseelde ogen. Misschien zoek ik daar naar wat hem als kunstenaar zo geniaal maakt. Of knettergek. Zeer zeker zoek ik naar antwoorden op vragen en ben ik op zoek naar iets nieuws, iets moois.
Jij was onlangs een geweldige steun in mijn nooit eindigende zoektocht naar iets nieuw en mooi. Vergezeld van jouw innemende glimlach, schetste je mij glashelder hoe iemand zijn demonen best aanpakt: vorm geven en uitvergroten. Dankzij jou ben ik gaan communiceren over wat me dwarszit, ben ik heel concreet gaan nadenken over mijn worsteling. Ik schreef een tekst over mijn schrijverschap en vooral over de vraag: wat moet ik daar nu mee? Omdat ik zo graag professioneel schrijver zou zijn. Maar wat wil ik dan precies? Ik heb het allemaal uitvergroot en de tekst kreeg als titel: ‘Man in de overgang.’ Met een knipoog naar een ernstig probleem kijken, dat moet kunnen vind ik. Als je de tekst hebt gelezen hebt (https://johanvanrooy.be/man-in-de-overgang/), weet je waarom ik voor biografieën heb gekozen.
Jij, Maud, hebt veel affiniteit met de creatieve wereld. Je werkt samen met kunstenaars en creëert ook zelf. Daarom durf ik deze -ietwat gechargeerde vraag- aan jou stellen: zitten kunstenaars op iemand als Johan Van Rooy te wachten? Iemand die luistert naar hun motieven en hun betrachtingen, iemand die ook gaat neuzen in hun inspiratiebronnen, de tijd neemt voor interviews en hun verhaal componeert. Want dat is exact wat ik graag wil doen. Misschien niet altijd over hun hele artistieke leven, maar ook over specifieke projecten of een periode die ze net hebben afgesloten. Maar ik kan me voorstellen dat ze dat liever zelf doen of dat er al veel anderen zich daar mee bezighouden.
Ik begrijp dat jij actief bent bij het Prins Bernhard Cultuurfonds. Ik las wat het streven is van deze organisatie: cultuur is dwars, rijk, dramatisch. Relativerend en verrassend. Het kruipt waar het niet gaan kan. Cultuur vormen we samen. Makers en schenkers, liefhebbers en experts, bedenkers en beschermers, nieuwe en oude gezichten. Want als je al die mensen, dromen en werelden samenbrengt, komt cultuur tot leven. Ik ben daar goed in, denk ik: dromen en werelden samenbrengen en zou dat ook graag met mijn pen realiseren. ‘Maar kan het ook?’, vraagt de realist in mij zich af. En ik laat die realist altijd stevige woorden meepraten. Dat maakt dat ik de lat hoog leg voor mezelf: ik wil schrijven (wat ik het liefst doe) én het moet maatschappelijk relevant zijn (het moet iets in beweging zetten) én ik moet er voor betaald krijgen (pecunia non olet). Ziedaar, mijn knoop. Helemaal uitgeschreven en te bewonderen (nu ja) op een publiek forum.
Uiteraard kan ik niet van jou verwachten, Maud, dat jij mijn wirwar gaat ontwarren. Dat zou unfair zijn. Maar misschien mag ik wel hopen dat je enkele poëtische woorden neerpent, helemaal van jou, die mij raken en inspireren. Ik verlang nu al naar het magische moment dat ik jouw brief aan mij mag lezen. Weten dat jij aan het schrijven bent: ook dat is een fijne, geruststellende gedachte.
Ik wens je heel veel inspiratie,
Johan
Maud Nass antwoordt: ‘Wirwar tot wezen gemaakt brengt rust vanbinnen’
Dag Johan!
ik schrijf je met mijn oude vulpen!
(althans de eerste versie van deze brief)
vreemd dat je zo lang niet naar iets kan omkijken
wetend dat het er toch wel zal zijn
in de rode etui in de kast
tot het er nauwelijks meer lijkt te zijn
en dan opeens!
woorden van liefde voor een vulpen van jou!
maken die bij mij weer los alsof het gister was!
plotse haast om naar de kast te snellen, de deur, de etui te openen en dan daar de
Parker Frontier
doorzichtig groen met stainless steel, werkend op inktpatronen
gekregen van mijn oma op mijn achtste
en niet meer aangeraakt sinds de balpen cooler werd (zo’n vijf jaar later)
nu zo goed als twintig jaar geleden
hij mist ook de clip op de dop en al maakt hem dat moeilijk te openen
maak ik me daar geen zorgen over
want dankzij jou weet ik dat het te maken is!
zou hij nog werken?
na vele lijnen lussen krassen op wit papier
intuïtief wat speeksel en uiteindelijk de straal uit de waterkraan
wel
zo start deze brief terug aan jou ook met
merci Johan
voor de uitnodiging om te schrijven
in inkt en op papier
een fysiek schrijven, een schepping met materie
de geur van inkt en gekras en grenzen van een bladzij
een bladspiegel zelfs!
(enfin in de online vertaling hebben we dat niet
maar spreken over creatief bezig zijn kunnen we hier wel)
ja Johan, ik werk graag met mijn handen, maak iets in uitwisseling met materiaal
ik ben een denker die soms
vastloopt
en ik heb gemerkt dat de logica van iets blijft stromen als het begrensd is in materiaal
ik klei en schilder en naai en borduur en kook en weef (!) graag
simpelweg omdat het me toegang geeft tot een oneindige bron aan liefde en plezier
en toch
zit er iets wezenlijks in mij wat ik zonder woorden niet krijg uitgedrukt
iets wat ook niet liefde is
wat wringt
hoeveel draden ik ook ontwar
het blijft
tenzij ik schrijf
ik schrijf niet gemakkelijk, het kost kracht
maar als ik schrijf dan klopt het
zoals jij schreef: het vormgeven en uitvergroten van je demonen
en als jij daar
zoals je schrijft
iets in herkent
dan vraag ik me af
in hoeverre kies je wat voor schrijver je wordt?
of in hoeverre kan je al schrijvende ontdekken wat voor schrijver je bent?
al schrijvende gewaarworden
is voor mij de weg naar een vorm van schrijverschap
die me het meest duurzaam lijkt
en bovendien het meeste voldoening geeft
ongeacht je succes in cijfers of woorden van een ander
los je iets van binnen op
en als dat wat is mag zijn
dan is het niet de vraag of iemand op je zit te wachten
en nee inderdaad ik zal (en wil) jouw wirwar niet ontwarren want
ligt niet precies daar een mogelijk taak voor jou als schrijver?
laat ik benadrukken
dat het mij in jouw geval blij en nieuwsgierig maakt
dat jij je op een of andere manier geroepen voelt tot schrijverschap
in wat voor vorm dan ook
want eerder gelezen werk vraagt meer!
verhalen die nog uit jouw vulpen zullen vloeien (of krassen)
je interne monologen (of dialogen met de realist)
in vorm gegoten en uitvergroot (tot personages?) op papier
wirwar tot wezen gemaakt
brengt rust van binnen
de dop op de pen gedrukt
een reactie op jouw brief voltooid
en alles in elk geval even schitterend
heel
lieve groeten Maud