Fietshelm van Johan Van Rooy

De koers zit in mijn bloed

16 april 2021

De koers zit in mijn bloed. Al heel mijn leven. En het wordt hoog tijd dat daar iets van naar buiten vloeit. Mijn grote liefde heb ik altijd in een apart vakje gekoesterd. Op een ereschavot gezet. Mijn schrijfactiviteiten hield ik gescheiden van mijn hobby. Bang dat het teveel een vermenging zou worden, dat ik er minder plezier zou aan beleven. Zowel aan het schrijven als aan de koers. Ik was een vurig supporter van achtereenvolgens Freddy Maertens, Fons De Wolf, Johan Museuw, Tom Boonen en vandaag Wout Van Aert. Maar mijn liefde voor hun prestaties neerpennen? Neen, daar voelde ik me te klein voor.

Schrijven en de koers hield ik in hoofd en ziel gescheiden. Ik leefde met het idee dat ik dan een wieltjeszuiger zou zijn van de Nederlandse schrijver Tim Krabbé. In zijn prachtig boek ‘De Renner’ staat een onsterfelijke openingszin: ‘Meyrueis, Lozère, 26 juni 1977. Warm, bewolkt weer. Ik pak mijn spullen uit mijn auto en zet mijn fiets in elkaar. Vanaf terrasjes kijken toeristen en inwoners toe. Niet-wielrenners. De leegte van die levens schokt me.’ Ook Wannes Cappelle, schrijver en zanger van het Zesde Metaal, sloeg me plat met één wielerzin. ‘En in ploegsteert zei de paster: “‘k wiste van niets,
Maar God es van ons p’rochie en riedt met de fiets.
” Komt uit het wondermooie wielerlied Ploegsteert. Wat had ik daar nog aan toe te voegen?

In februari 2014 was het toch bijna zover. Ik had zelfs al enkele losse noties gemaakt. Door een gelukkig toeval mocht ik interviewtrainingen geven aan The Wolfpack van ploegleider Patrick Lefevre in Olivo, Spanje. Ik heb daar heerlijke momenten beleefd tussen wielergoden als Nicky Terpstra, Matteo Trentin, Zdenek Stybar, Tom Boonen en Mark Cavendisch. En ook nog een piepjonge Michal Kiatkowski.

Die momenten wou ik toevertrouwen aan het papier. Toch is het er nooit van gekomen. Ik bleef er mee worstelen. Tot nu. Nu rij ik onder het spandoek van de laatste kilometer in de richting van mijn eerste, echte publicatie. Het plezier dat ik eraan beleef is ongeëvenaard en ik ben blij dat ik dit met andere wielerliefhebbers mag delen. Ik ga niet alleen schrijven over de professionals in het peloton. Ook over de toeristen, zoals ikzelf. Want dat zijn uiteraard ook Wielergoden. In al mijn enthousiasme heb ik een paar beloftes aan mezelf gedaan: minder dan 78 kg wegen en 150 dagen per jaar op de fiets zitten, waarvan 50 in het buitenland. Dat ik die resultaten dit jaar nog niet boek, lijkt me logisch. Maar in 2022 wil ik er volledig staan.

Om mezelf aan te moedigen ben ik alvast binnengestapt bij de Fietsbarak (www.fietsbarak-muizen.be) in Muizen. Mijn bestelling van een fonkelnieuwe Thompson R9500 is alvast genoteerd door de zaakvoerder. Met zo’n prachtig nieuw exemplaar heb ik geen excuses meer. ‘k Ga niet ontgoochel’n, ‘k ga der staan.’

Contact wordt sterk aangemoedigd

Uiteraard zijn reacties zeer welkom. Meer nog, ze dienen als basis voor een nieuw (kort) verhaal. Noteer wat je goed, slecht of subliem vindt en wacht dan maar af. Het kan altijd even duren, maar het komt er zeker van!

Schrijf een reactie