annick 002

Brief aan copywriter Annick Van Broeck: ‘Laat ons samen een sprookje schrijven’

15 november 2021

Alsjeblief, schrijf-ster Annick,

een complimentje in de aanspreking (met een belegen woordspeling) om aan de lezers te vertellen dat jij tot de top van de Vlaamse copywriters behoort. Je gaat schrijvend als een humancat door het leven en laat de verkoop van je klanten hoge (kat)ogen gooien. Wat je precies doet kan iedereen lezen op www.felixthehumancat.be.

Ik heb echt niets met katten, dat weet je. Toch kan ik dwars door jouw spinnend alter ego heen kijken en de kracht van jouw pen bewonderen. Om mij aan je vakkennis te laven ga ik o zo graag een frisgetapte Affligem met je drinken. Bij Stinne in het Pajottenland. Ik mag dan beleven hoe jouw passie voor echte verhalen, voor ragfijne communicatie ook, opborrelt en bruist. Achter een maïskolf, achter een stenen Mariabeeldje, zelfs achter een achteloze serveerster: overal lonkt voor jou een authentieke historie. Ik zie en hoor hoe je denkt in verhalen en metaforen. Je vat er de wereld mee.

Je vertrouwde me toe dat je sinds kort lessen volgt bij Kitty Kilian (www.deblogacademie.nl). Ik heb haar sites en blogs naarstig gelezen in de hoop iets nieuws of inspirerend te ontdekken. Dat was toch een kleine teleurstelling. Dat magische aha-moment kwam er niet. Ik dacht: wat kan Annick nog van deze dame leren? Kitty verwoordt het alleen iets minder bescheiden dan jij. Maar misschien is het dat wel wat je bij haar zoekt: een extra portie zelfvertrouwen. Vastberadenheid om een nieuwe sprong in je schrijversbestaan te wagen. Want talent en stielkennis heb je op overschot. Het is volgens mij een laatste zetje in de juiste richting dat nog ontbreekt.

Mag ik jou dat extra duwtje geven, Annick?

Durf emigreren naar een eiland waar fantastisch gefantaseerde verhalen aan de bomen groeien. Naar daar waar het pure schrijfplezier, in dienst van het genot van de lezers, regeert. Laten we daar samen een sprookje schrijven. Wat denk je? Over een grumpy grijsaard die zijn kattentrauma nooit heeft verwerkt. We laten hem vertellen over een kater die van boven op een keukentafel met zijn machtige klauw uithaalde (zomaar uit machtswellust) naar een onschuldige vierjarige die bij zijn grootoom een koekje van de tafel wou graaien. En hoe vervolgens dit ingrijpend voorval hem levenslang bleef achtervolgen. Daarom heeft hij vaak de verkeerde vrouw aanbeden en de juiste trein gemist.

Het hoeft niet slecht af te lopen. We kunnen er een levensles instoppen: het is nooit te laat om te vertellen wat je echt wil en neer te schrijven wat je echt voelt. Laat ons samen een nieuw literair leven beginnen. Als ons verhaal een bestseller wordt loopt er alvast één trauma minder op deze aardkloot rond.

Ik kijk heel erg uit naar onze volgende Affligem bij Stinne.

Warme groeten,

Johan

Retourbrief aan bio-graaf (dit is géén woordgrapje) Johan Van Rooy

Ha die Johan,

Zes weken (of is het al langer?) heb ik je op een antwoord laten wachten. Ik stel me voor dat ik je door je werkkamer zie ijsberen. Dag na dag mik je proppen afgescheurde blaadjes van De Druivelaar in je papiermand. Héél oktober en de eerste 14 dagen van november. Je zucht. Je checkt de spamfolder van je mailbox. Je opent het raam en tuurt naar de wolken. Op zoek naar een verdwaalde postduif. De kater van de buren staart je minzaam aan. Je huivert. Die nágels. En je klapt het raam weer toe.

Maar misschien erger jij je niet aan traagheid. Geduld lijkt me een goeie eigenschap voor een biograaf. Hoewel, een levensverhaal is een reis door de tijd maar ook een race tegen de klok. Toch? Het wordt verteld bij een Poire Williams als de zon bijna onder is. Im Abendrot. Geheel terzijde: zagen wij Wild at Heart niet samen in de Quellinstraat?

Ik ben in elk geval benieuwd naar jouw eerste literaire mémoir. In wiens geschiedenis en brein gaat jouw pen straks graven? Wordt het een Flandrien à la Briek Schotte? Een ex-journalist als Walter Zinzen? Victor J.Fr. Anciaux? Dom Franco van de abdij van Affligem? Stel je voor dat er een netwerk van ondergrondse paden bestaat dat leidt naar vergeten vintage vaten diep onder het Kravaalbos.

Je hebt gelijk, ik dwaal af.

Waarom schreef ik je niet per kerende terug? Het is niet dat ik er níet aan dacht. Ik zette me meer dan één keer voor mijn MacBook om je te antwoorden. Ik begon. Ik begon opnieuw. En nog eens.

Ik wil geen sprookjes schrijven, Johan.

Maar hoe zeg ik dat?

Ah, het staat er al.

Voilà.

Weg stress.

Maar waarom niet? Sprookjes zijn toch sympathiek? Zelfs Jef Vermassen schrijft een sprookjesboek voor zijn kleinkinderen. Als compensatie voor de gruwel waarvan hij getuige is in zijn werk als strafpleiter, zegt hij. Jef moet dat vooral doen.

Voor mij zijn er al genoeg gelaarsde katten, verdwaalde elfjes en bitchy stiefmoeders die levenslessen vertellen. Ik heb op dit moment in mijn leven niks met het genre. Ooit was dat anders. Wist je dat ik als 17-jarige de Junior Journalistenwedstrijd won? Met een soort van moraalsprookje over mensen die nooit tijd hebben. Als ik dat nu teruglees, klink ik als een pastoor. Vandaag wil ik niet preken. Ik wil denken. Ik wil begrijpen. En ik wil tonen. Dus áls ik ga schrijven – voor mezelf of voor een publiek – gaan het geen sprookjes zijn.

Enne… samen een nieuw literair leven beginnen? Leg eens uit: hoe doe je dat? Ik ben nogal gesteld op mijn eigen traagheid tempo. Schrijven vind ik ook superpersoonlijk. Ik kan me niet goed voorstellen hoe dat moet met twee. Begrijp me niet verkeerd, ik doe gráág dingen samen. Maar samen schrijven lijkt me complex. Op een eiland zou ik liever in een kokoshangmat liggen lezen en af en toe onder water duiken op zoek naar clownvissen en zeesterren.

Daarbij Johan, ik ben geen échte schrijver

E-mails, webcopy en social mediaposts zijn geen poëzie of literatuur. Ik voel niet zoals Marieke Lucas Rijneveld die onweerstaanbare drang om te schrijven. Zag je haar in Alleen Elvis blijft Bestaan? Haar puurheid raakte me. Haar liefde en begeestering voor de schoonheid van het woord ook. Net als haar stem. Ik was sowieso fan van De avond is ongemak, maar nu wil ik alles van haar lezen. Zeker de gedichten. Zij volgde trouwens óók kort les aan de Schrijversvakschool. Wie weet zat je ooit naast haar in een kroeg langs de Herengracht.

Vandaag ben ik meer lezer en luisteraar dan schrijver. Ik moet nog zoveel leren en begrijpen. Zeker als het gaat over wie we zijn en wat we doen. En hoe dat beter kan. Ik verlies me graag in verhalen, boeken en podcasts over psychologie, neurobiologie en wetenschap. Tijdens lange wandelingen door de maïsvelden hang ik wel eens aan de lippen van Philippe Herreweghe en Dirk de Wachter in de Klara podcast Van a tot z. Nadien luister ik naar Bach, Arvo Pärt of Khruangbin.

Anyway, die Affligem gaan we deze winter zeker drinken. Naast de stoof bij Stinne. Op sprookjes die er niet gaan komen. Maar vooral op de dingen die er wél kunnen komen. Daar moeten we dan maar eens over brainstormen.

Een podcast misschien?

Ik ga een ticket kopen voor het podcastfestival van De Standaard in Oostende op 3 en 4 december.  Misschien zie ik je daar.

Liefs en een stevige omhelzing,

Annick

PS: Van Kitty Kilian leerde ik dat elk woord moet vechten voor zijn bestaan. Plus: zij heeft Stijl, dat boekje is een aanrader voor iedereen die wel eens iets schrijft. Just saying.

Contact wordt sterk aangemoedigd

Uiteraard zijn reacties zeer welkom. Meer nog, ze dienen als basis voor een nieuw (kort) verhaal. Noteer wat je goed, slecht of subliem vindt en wacht dan maar af. Het kan altijd even duren, maar het komt er zeker van!

Schrijf een reactie