De hoofdrolspelers ken ik niet bij naam. Het is voor een landschap ondoenbaar om alle namen die over je heen wandelen en walsen, te memoriseren. Het zou ook de aandacht afleiden van de essentie van ons bestaan: een onuitwisbare indruk nalaten. En in alle bescheidenheid, daar ben ik geweldig in onderlegd. Al geef ik ook meteen grif toe dat het succes bij landschappen staat of valt met de ligging. En als je over een meer beschikt dat zich uitstrekt van New York tot Toronto en van Rochester tot het prachtige eiland, met de -geef ik toe- wat ongelukkige naam Prince Edward, mag je zeker niet mopperen. Wat me op de meeste rankings helemaal bovenaan zet, zijn de Niagra Falls. Die mag ik sinds ‘het toeristisch congres der fenomenale landschappen’ van 1881 in Vancouver met instemming van al mijn collega’s op mijn folders laten prijken als ‘must see’. Dat scheelt als ik op het einde van het jaar mijn bezoekerscijfers moet indienen.
Maar meer nog dan een beeld is een goed verhaal essentieel om een reputatie te vereeuwigen. Bij fenomenale landschappen is dat niet anders. En dit is er beslist eentje dat in het brein blijft plakken. Ik zie ze nog elke dag staan, die twee, aan mijn Canadese kant in Oakville op een betonnen aanlegsteiger. Duidelijk met een kater, een jetlag en veel slaaptekort. Maar wel zo moedig om naar mijn zonsopgang te komen kijken. Heerlijk! Ik was in de wolken. Als dank liet ik enkele spierwitte, strak gestileerde exemplaren razendsnel over hun hoofden glijden. Je moet al je troeven uitspelen, nietwaar? Het lukte. In het eerste flauwe ochtendlicht keken ze allebei vol bewondering naar boven. Hij plantte twee kramikke terrasstoelen neer aan mijn waterige tenen. Instinctief voelde ik dat ze hun bedrukte gemoederen wilde opfrissen. Hun locatiekeuze en timing was hiervoor zonder meer subliem. Over luttele minuten straalde de zon op mijn zilveren oppervlak.
‘Hoe gaan we dit betalen?’, vroeg hij. Zij liet een zuchtje ontsnappen. Ik wat ochtendwind waaien. ‘Dit is sowieso onbetaalbaar’, tuurde ze over mijn uitgestrektheid. ‘Misschien moeten we het eens proberen, los van elkaar’, mummelde hij. ‘Alsof dat iets gaat oplossen?’ zei ze turend naar de eerste zonnestraal van 2 juli 2016 en met de kracht van een novastar voegde ze er aan toe. ‘Je weet toch dat voor ons het beste nog moet komen!’
Ik blijf me verbazen hoe ik mensen inspireer om te doen wat ze doen op twee terrasstoelen.
Bedeesd, alsof het de allereerst keer was, legde hij zijn hand op haar knie, streelde zacht haar dij. Ik gaf de zon een por, zodat die om 6.46, een volle minuut te vroeg, boven de horizon glorieerde. Mijn baldakijn werd hun hemelbed. Ik blijf me verbazen hoe ik mensen inspireer om te doen wat ze doen op twee terrasstoelen. Maar wie ben ik om neerbuigend te doen over hun gewriemel? Ik voelde vanuit de ijskoude diepte van mijn water een vurige kracht opborrelen. Dat is wat telt! En zij voelden het even later ook. ‘Je hebt gelijk, schatje. Dit is echt onbetaalbaar. The world needs more Lake Ontario’, goot hij in haar oortje.