Labro, een parel die ik in 1993 mocht ontdekken. Schitterend op een rots boven het Lago di Piediluco, tussen Terni en Rieti, in de groene bergketen van Terminillo. De eerste bouwstenen zijn gelegd rond 900 en sinds de 13de eeuw is er nauwelijks wat veranderd. Twee Vlaamse architecten, Ivan Mossevelde en zijn vrouw Anne Van Ruymbeke, hebben er hun levenswerk van gemaakt om dit dorp met het juiste gevoel het eeuwige leven te schenken. De rust struint mee op je rug als je opklimt door het centro storico.
Samen met Véronique bracht ik er de drie eerste weken van ons huwelijk door. Het verlangen om er te zijn sterft nooit.
Maak me gek
van verlangen om niet hier te zijn.
Maar daar
waar drie poorten mij voeden,
het uitzicht me laaft
als een gulzige geut sprankelende wijn
na maanden van onthouding.
Daar
waar die kronkelklim
me leidt naar de koelte
van jouw warme wanden.
Wee en moedig kijk ik uit
naar het verglijden van kostbare tijd
daar traag en zonder ambitie geschonken
aan ons geluk.
Verlangen versmelten tot weemoed
is wat Labro zo zacht en zalig doet.
.