Nog enkele hectometers en het peloton heeft de afdaling van de Poggio di San Remo voltooid. De sierlijke sliert atleten kronkelt naar de laatste haarspeldbocht. Opwinding bij de commentatoren. ‘Dit kan niet, neen, echt, dit is wereldnieuws!’ Mart Smeets heeft hem als eerste opgemerkt. ‘Van Rooy heeft de Poggio overleefd. On-waar-schijn-lijk. Niet normaal.’
En toch is het een feit. De 53-jarige Johan Van Rooy zit in de kopgroep in de finale van La Primavera en heeft zich in de 291 kilometer tussen Milaan en San Remo kunnen handhaven tussen de wereldtop op de Capo Mele, de Capo Servo, de Capo Berta, de Cipressa en nu dus ook op de Poggio di San Remo, de laatste helling van de dag. Het peloton stormt met een rotvaart, net geen 70 km/u, naar de finishlijn die op het wegdek van de Via Roma in San Remo is gekalkt.
Het begon allemaal met een idee dat oud-profwielrenner Andrea Taffi twee jaar eerder in La Gazzetto dello Sport ventileerde. Tafi wilde zijn rentree maken in het profpeloton en op zijn 52ste de helleklassieker Parijs-Roubaix opnieuw rijden, twintig jaar nadat hij die kasseikoers had gewonnen. Tafi heeft zijn voornemen nooit hard gemaakt, maar het zette professor Pieter Haspel wel aan het denken. Hij had bij wijze van experiment, en ter voorbereiding van een wetenschappelijk artikel, bij journalist Johan Van Rooy een inspanningstest op de fiets afgenomen. Van Rooy was een verdienstelijke, scherp afgetrainde amateur die veel kilometers vrat en die steeds nauwlettend over zijn vetpercentage waakte. Maar hij amuseerde zich vooral op de fiets. Zelf heeft hij er nooit aan gedacht om als wielrenner meer uit zichzelf te halen. En hij zou ook nooit op het idee zijn gekomen om zich aan een dergelijk experiment te wagen. Tot professor Haspel de resultaten van zijn test onder ogen kreeg. Hij sprak eerst over een mogelijke vergissing, maar ook een tweede, identieke test, gaf hetzelfde resultaat. Zijn VO2max, een cijfer dat aangeeft hoe goed je lichaam in staat is om de ingeademde zuurstof om te zetten in energie, was 69. Een heel stuk boven het gemiddelde van de modale amateursporter. Ter vergelijking: bij Wout Van Aert en Mathieu Van der Poel ligt dit cijfer tussen 75 en 80. Professor Haspel stond perplex. Hoe is dit toptalent, dit wonder der natuur, zo lang onder de radar gebleven. Volgens Johan waren die verbluffende resultaten voornamelijk te danken aan zijn doorgedreven trainingstochten met de befaamde Wielergoden en zijn solotochten onder de schuilnaam Traptoerist. Het zette de professor aan het dromen: ‘Mits een paar maanden gerichte training kunnen we dat cijfer nog opdrijven en met die Van Rooy een stunt uithalen in Milaan-San Remo. Op voorwaarde dat zijn hart het houdt.’
Veertien maanden later komt die droom nu echt wel in zicht. Het lijkt erop dat Johan, met van die prachtige, elegante pedaalslagen het onmogelijk gewaande op dit eigenste moment, getooid met het retrotruitje van zevenvoudig winnaar Eddy Merckx, aan het waarmaken is. Alle kenners waren het er vooraf over eens: het is waanzin om een gewone sterveling als Van Rooy klaar te stomen voor zo’n onderneming. Maar de voorbij maanden bleek gaandeweg dat hij op Strava mooie cijfers haalde. Na 9 maanden trainen in zonnige oorden reed hij een profkoers uit. Maar Milaan-San Remo?
Als enige dichtte Angelo Zomegan, begenadig kroniekschrijver, Van Rooy in een badinerende column in La Gazetta dello Sport enig kans op slagen. Hij haalde daar enkele doorslaggevende argumenten voor aan: zijn moeder luisterde naar de Italiaanse naam Lucia, hij had ooit nog eens een Italiaans liefje in Bologna gehad en zijn vrouw heet Printemps. Evident dus dat hij zijn hoogste conditiepieken in de lente haalt. ‘De sterren staan bijzonder gunstig voor deze moedige amateur’, concludeerde Angelo. En hij kreeg overschot van gelijk.
Want Van Rooy zag sterren aan de aankomst, maar wierp zich desondanks en middels enkele stevige lendenslagen als eerste over de meet. De armen triomfantelijk in de lucht gooien lukte niet meer. Er trok immers een kramp dwars door zijn lichaam. Van in zijn rechterkuit tot achter zijn linkeroor. Een verzorger kon hem gelukkig nog net opvangen vooraleer hij tegen de nadarhekken zwalpte. De wereld draaide door. Italianen vielen op hun knieën en scandeerden. Miracolo!! Santa Lucia! Miracolo!
Mart Smeets bood live in de ether zijn ontslag aan als wielercommentator. ‘Van Rooy pakt la Primavera! Ik leg mijn job als wielercommentator neer en waag opnieuw mijn kans als profspeler in de NBA. Ik ben tenslotte nog maar 73.’